Concepting en styling

Toen ik ging studeren aan het Royal College of Art werd mij allengs duidelijk wat het verschil is tussen concepten en stijlen. In het ontwerponderwijs in Nederland heeft een goed idee het nooit kunnen winnen van styling. De west Europese kustlijn lijkt wel een soort scheidingslijn tussen twee opvattingen over design. In Nederland bijvoorbeeld zijn wij beïnvloed door Duitse en Zwitserse design opvattingen. In de UK komt de invloed grotendeels uit Amerika. Je kunt een concept in vele stijlen visualiseren en een stijl is een concept op zich. Het verschil is duidelijk aan de hand van voorbeelden.
Op het Royal College of Art kreeg ik les van o.a. Amerikanen als Lou Klein en Bob Gill. Voor hun was ontwerpen geen stijlexcersitie maar een zoektocht naar de beste ideeën. Die invloed is in de UK eigenlijk breed doorgedrongen. De publicaties van Alan Fletcher zijn daar overtuigende getuigenissen van. Goede ideeën dringen dieper door omdat smaak, waarover zo veel getwist kan worden, geen criterium is. Een goed idee spreekt iedereen aan. Een stijl niet. Daarom vind ik ideeën belangrijker dan styling.
De eerste auto’s zagen er uit als paardenkoetsen met motoren in plaats van paarden. Dat concept van de auto werd door Henri Ford aan de lopende band tot een gebruiksvoorwerp gemaakt. Vanaf dat moment heeft styling de auto-industrie beheerst. Een auto wordt bijna altijd gekocht op smaak.